Begrippen Erfelijkheid

Sleep de begrippen naar de juiste plek.

Groups:

(a) Genotype

,

(b) Fenotype

• Alle erfelijke eigenschappen van een organisme

• Opgeslagen in de celkern

• Onder invloed van de omgeving kan er een verandering optreden

• Zichtbare eigenschappen van een organisme

• Kan wel veranderd worden

• Kan niet veranderd worden

In een lichaamscel zitten ​ (a)   chromosomen in de celkern. In een eicel en een zaadcel zitten ​ (b)   chromosomen in de celkern.​ ​ ​

• 46
• 23
• enkele
• dubbele

Wie is de baas?

• Dominante gen

• Intermediaire gen

• Recessieve gen

Match de volgende begrippen.

• Allel dat niet altijd tot uiting komt

• Allel

• Versie van een gen

• Dominant

• Twee gelijke allelen voor een gen

• Homozygoot

• Twee verschillende allelen voor een gen

• Recessief

• Allel dat altijd tot uiting komt

• Heterozygoot

Match de begrippen.

• AA of aa

• Heterozygoot

• a

• Dominant

• Aa

• Recessief

• A

• Intermediair

• ArAr

• Homozygoot

Wat betekend de P?

• Plaats

• Parents

• Problem

Wat betekend de F in F1/F2/F3?

• Formule 1

• Future 1

• Fail 1

Zet de begrippen op je juiste volgorde.

• P

• F3

• F1

• F2

Sleep twee begrippen naar de juiste plaats.

a

b

chromosoom

DNA

celkern

gen

Match de begrippen.

• Aa

• Heterozygoot

• aa

• Homozygoot

  Dominant

• ArAw

• Homozygoot

  Recessief

• AA

• Intermediair fenotype