Objectief en subjectief taalgebruik

Objectief en subjectief taalgebruik

3rd Grade

13 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Klas 3 Chapitre 3 Woordenlijst 8

Klas 3 Chapitre 3 Woordenlijst 8

3rd Grade

10 Qs

Werkwoordspelling

Werkwoordspelling

KG - University

15 Qs

Frans L6 - C8 + Les verbes

Frans L6 - C8 + Les verbes

3rd Grade

13 Qs

Groep 6 Themawoorden Thema 5 week 2

Groep 6 Themawoorden Thema 5 week 2

3rd - 4th Grade

15 Qs

Taal - blok 1 - klas 3 kader

Taal - blok 1 - klas 3 kader

3rd Grade

10 Qs

Woordenschat gr 6 thema 4

Woordenschat gr 6 thema 4

1st - 12th Grade

12 Qs

Die of dat? (3)

Die of dat? (3)

3rd Grade

10 Qs

Oefenen spellingsregels 2F

Oefenen spellingsregels 2F

2nd - 5th Grade

16 Qs

Objectief en subjectief taalgebruik

Objectief en subjectief taalgebruik

Assessment

Quiz

World Languages

3rd Grade

Easy

Created by

sofie geirnaert

Used 4+ times

FREE Resource

13 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een eufemisme betekent eigenlijk hetzelfde als...

Iets mooier maken dan het eigenlijk is.
vb: hij is niet de slimste i.p.v. hij is oerdom

Iets lelijker, harder maken dan het eigenlijk is.
vb: je stinkt i.p.v. je ruikt niet zo lekker

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een dysfemisme is eigenlijk hetzelfde als...

Iets harder zeggen dan het eigenlijk maar is.
vb: je kan er niks van i.p.v. je maakte een foutje

Iets zachter zeggen dan het eigenlijk echt is. vb: een ongewenste bezoeker i.p.v. een dief

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Eufemisme is afgeleid van het Oudgrieks. “goed” en “bericht”. Een eufemisme is een zachtere, minder grove manier om iets hards of onaangenaams te beschrijven.

Juist

Fout

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een dysfemisme (van het Grieks "mis" en "zeggen" ) wordt gebruikt om iets of iemand kwetsender, grover, viezer en/of aanstootgevender voor te stellen dan het in werkelijkheid is. De bedoeling is in het algemeen om bepaalde gevoelens zo negatief mogelijk te verwoorden.

fout

juist

5.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Geef een neutraal woord voor kuisvrouw.

6.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Geef een neutraal woord voor rammelkar.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is een negatief woord voor apotheker?

farmaceut

pillendraaier

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?