lj 1 taalverzorging 3 7.1 voorzetsel

lj 1 taalverzorging 3 7.1 voorzetsel

1st Grade

19 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Woordjes H.6 & 8

Woordjes H.6 & 8

1st Grade

20 Qs

T7L2 en T7L3 zelfstandige naamwoorden

T7L2 en T7L3 zelfstandige naamwoorden

KG - 8th Grade

24 Qs

Werkwoordspelling

Werkwoordspelling

KG - University

15 Qs

woordsoorten klas 1

woordsoorten klas 1

1st Grade

23 Qs

spelling

spelling

1st Grade

20 Qs

2KGT Tekstverbanden en signaalwoorden

2KGT Tekstverbanden en signaalwoorden

1st - 12th Grade

20 Qs

AT2 Hoofdzin / bijzin / enkelvoudige zin

AT2 Hoofdzin / bijzin / enkelvoudige zin

KG - University

15 Qs

Woordenschat H1 en H2 NN 2KGT

Woordenschat H1 en H2 NN 2KGT

1st - 10th Grade

20 Qs

lj 1 taalverzorging 3 7.1 voorzetsel

lj 1 taalverzorging 3 7.1 voorzetsel

Assessment

Quiz

Other

1st Grade

Medium

Created by

Jeantine Dusseldorp

Used 4+ times

FREE Resource

19 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat is het voorzetsel/ zijn de voorzetsels in onderstaande zin?


Ik ging helemaal op in het taalspelletje.

op

in

op, in

op, in, het

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat is het voorzetsel/ zijn de voorzetsels in onderstaande zin?


Hij speelde de eerste wedstrijd in aanwezigheid van zijn hele familie.

speelde

in

van

in, van

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat is het voorzetsel/ zijn de voorzetsels in onderstaande zin?


Op de kast ligt een mooi boek.

op

op, de

ligt

een

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat is het voorzetsel/ zijn de voorzetsels in onderstaande zin?


Ik ga met de trein naar mijn werk.

met

naar

met, naar

met, naar, mijn

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat is het voorzetsel in onderstaande zin?


Hij reisde de hele wereld over.

reisde

hele

over

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat is het voorzetsel/ zijn de voorzetsels in onderstaande zin?


De inbreker stond achter de deur.

stond

achter

stond, achter

stond, achter, de

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Wat is het voorzetsel/ zijn de voorzetsels in onderstaande zin?


Onder de auto ligt een snoeppapiertje.

onder, ligt

onder

ligt

onder, de, ligt

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?