werk en werkloosheid H4

Welke omschrijving van beroepsbevolking is NIET juist

• de beroepsbevolking bestaat uit werknemers, zelfstandigen en werklozen

• Alleen mensen met een beroep behoren bij de beroepsbevolking

• de beroepsbevolking bestaat uit de personen die willen, kunnen en mogen werken

• de beroepsbevolking bestaat uit werkzame en werkloze beroepsbevolking

Welk antwoord is juist ? De netto participatiegraad stijgt als ...

• fulltimers in deeltijd gaan werken

• als meer mensen ervoor kiezen om te stoppen met werken

• de vergrijzing van de bevolking afneemt

• meer werklozen een baan vinden

De bruto participatiegraad bedraagt

• 66%

• 75%

• 50%

• 69%

De netto participatiegraag bedraagt

• 66%

• 75%

• 50%

• 69%

De i/a ratio bedraagt

• 55

• 50

• 75

• 58

De organisatiegraad is het percentage van alle werknemers dat lid is van een vakbond

• juist

• onjuist

Door verlenging van de werkweek stijgt de arbeidsproductiviteit per uur

• juist

• onjuist

De arbeidsproductiviteit stijgt als met minder werknemers evenveel wordt geproduceerd

• juist

• onjuist

Als de prijzen sneller stijgen dan het reële inkomen dan daalt het nominale inkomen

• juist

• onjuist

Als de prijzen sneller stijgen dan het nominale inkomen dan daalt de koopkracht

• juist

• onjuist