Intro les 31: de samengestelde zin

Intro les 31: de samengestelde zin

2nd Grade

8 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Persoonsvorm verleden tijd

Persoonsvorm verleden tijd

1st - 10th Grade

7 Qs

Unité 10 (français)

Unité 10 (français)

1st - 5th Grade

13 Qs

woordtekens +

woordtekens +

2nd Grade

13 Qs

Actief/passief en HV

Actief/passief en HV

2nd Grade

10 Qs

Frans ontkenning (ne ... pas)

Frans ontkenning (ne ... pas)

1st - 2nd Grade

10 Qs

26 GEEN of NIET

26 GEEN of NIET

2nd Grade

10 Qs

NT2 Hebben en Zijn Quiz

NT2 Hebben en Zijn Quiz

2nd Grade

10 Qs

Section B - Comment y aller

Section B - Comment y aller

1st - 2nd Grade

10 Qs

Intro les 31: de samengestelde zin

Intro les 31: de samengestelde zin

Assessment

Quiz

World Languages

2nd Grade

Easy

Created by

Stijn Aerts

Used 5+ times

FREE Resource

8 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een zin met slechts één persoonsvorm is een ...

enkelvoudige zin

samengestelde zin

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Een ... zin heeft twee of meer persoonsvormen. Een ... zin bestaat uit meerdere (deel)zinnen. De deelzinnen worden verbonden door middel van voegwoorden, betrekkelijke voornaamwoorden of leestekens.

enkelvoudige zin

samengestelde zin

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke soort zin is dit?

Alice zit in een boom.

enkelvoudige zin

samengestelde zin

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke soort zin is dit?

Het konijnenhol liep een poosje rechtdoor en het dook toen plotseling omlaag.

enkelvoudige zin

samengestelde zin

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In een samengestelde zin met ... worden twee of meer gelijkwaardige zinnen verbonden door middel van een nevenschikkend voegwoord (en, of, maar, want, dus ...) of een komma.

nevenschikking

onderschikking

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In een samengestelde zin met ... worden niet-gelijkwaardige zinnen met elkaar verbonden. Ondergeschikte zinnen zijn bijzinnen die deel uitmaken van de hoofdzin. Het zijn zinsdelen of zinsdeelstukken van de hoofdzin en je kunt ze vaak door één woord vervangen. De bijzin wordt ingeleid door een onderschikkend voegwoord (als, dat, omdat, terwijl ...) of een betrekkelijk voornaamwoord (die, dat ...).

nevenschikking

onderschikking

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke soort samengestelde zin herken je?

Ze zou er namelijk voor moeten opstaan en ze zou er madeliefjes voor moeten plukken.

nevenschikking

onderschikking

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke soort samengestelde zin herken je?

Alice sprong overeind toen het Konijn ook nog een horloge uit zijn vestzak haalde.

nevenschikking

onderschikking