1. De = locoburgemeester = opende de nieuwe speeltuin in het stadspark omdat de burgemeester op dat moment op vakantie was.

• ex-burgemeester

• plaatsvervangende burgemeester

• plaatselijke burgemeester

1. Na zijn onterechte veroordeling duurde het jaren om zijn naam te = rehabiliteren = en zijn reputatie te herstellen.

• ontslaan

• eer en goede naam in ere te herstellen

• goed gedrag te laten zien

1. Het gebrek aan financiële middelen was = fnuikend = voor het voortbestaan van het lokale theatergezelschap.

• noodlottig

• dalend

• toenemend

1. Ze bezochten = frequent = hun grootouders, meestal elke zondagmiddag voor een familiediner.

• zelden

• nooit

• regelmatig

1. De nieuwe technologie werd al snel een = hype = , waardoor iedereen het wilde uitproberen.

• rage

• fiasco

• succes

Vul aan met het juiste werkwoord.
Uit de school ....

• steken

• klappen

• rollen

Vul aan met het juiste werkwoord.
Iemand de loef ....

• steken

• afsteken

• waaien

Vul aan met het juiste werkwoord.

Zich iets goed laten .....

• proosten

• eten

• smaken

Hij is in zijn... geschoten.

(Hij is beledigd)

• eend

• wiek

• raak

Na ons de ......

(Betekenis: je niet druk maken over de toekomst)

• finish

• overstroming

• zondvloed