Grammatica groep 7

Tegenstellingen

1. 1. Het huis is niet hoog, maar....

• klein

• laag

• kapot

Tegenstellingen

1. 2. De bal is niet goedkoop, maar.............

• blauw

• plat

• duur

Tegenstellingen

1. 3. De som is niet makkelijk, maar......

• moeilijk

• saai

• duidelijk

Tegenstellingen

1. 4. De weg is niet smal, maar....

• lang

• breed

• vuil

Tegenstellingen

1. 5. De auto gaat niet rechts,maar....

• door

• links

• achter

Tegenstellingen

1. 6. Het huis staat niet open, maar.....

• kapot

• schuin

• dicht

Tegenstellingen

1. 7. Mijn kussen is niet hard, maar.....

• vuil

• zacht

• nat

Tegenstellingen

1. 8. De wedstrijd gaat niet eindigen, maar.....

• beginnen

• stoppen

• niet door

Tegenstellingen

1. 9. Hij is niet mijn vriend, maar.....

• broer

• buurjongen

• vijand

Tegenstellingen

1. 10. Een schilpad is niet snel, maar.....

• langzaam

• vlug

• saai