Taalzuivering en stijl - niveau 1

Dat makelaarskantoor heeft ... tarieven verlaagd.

• zijn

• haar

• hun

Ik help je morgen wel, ... ik plotseling weg moet.

• tenzij

• mits

• hoewel

Als het bevroren ijs smelt, wordt het daar heel drassig.

• correct

• incorrect

De helft van de leerlingen ... het verkeerde hoofdstuk geleerd.

• had

• hadden

Als je het formulier hebt ingevuld, mag je die bij mij inleveren.

• correct

• incorrect

Die jongen doet meer aan sport ……. .

• als mij

• dan mij

• als ik

• dan ik

Het gesprek met de directeur, ... vandaag zou plaatsvinden, is uitgesteld naar morgen.

• die

• dat

Wat is de beste formulering?

• Wij irriteren ons aan jouw instelling.

• Jouw instelling irriteert ons.

Het betreurt mij dat ik me niet aan de afspraak heb gehouden.

• correct

• incorrect

Alwin ziet dit probleem anders ...

• dan hem

• dan hij

• als hij

• dan hij