V1 H3.3 dl 2

Welke problemen had het Romeinse Rijk in de 4e eeuw?

• Het leger was te klein om het enorme rijk te verdedigen

• De bevolking moest veel belasting betalen voor het leger

• Soldaten voelen zich meer verbonden met hun generaal dan met de keizer

• De keizers regeerden niet altijd goed

• De Romeinen wilden niet meer in het leger vechten

Wat gebeurde er in 395?

• Het Romeinse Rijk valt uiteen

• Het West-Romeinse Rijk valt

• Het Oost-Romeinse Rijk valt

Welk begrip past bij deze omschrijving?

'Deel van het Romeinse Rijk dat vanaf de 4e eeuw vanuit Italië werd bestuurd en in 476 ten onder ging'

Welk begrip past bij deze omschrijving?

'Deel van het Romeinse Rijk dat vanaf de 4e eeuw vanuit Constantinopel werd bestuurd. Dit rijk bleef bestaan tot 1453.

Welk begrip past bij deze omschrijving?

'Grote verplaatsing van volken vanuit Noord- en Oost-Europa naar het zuiden en westen in de 4e en 5e eeuw.

Wat was de oorzaak van de volksverhuizingen in de 4e en 5e eeuw?

• Ze wilden het Romeinse Rijk plunderen

• Ze wilden graag bij het Romeinse Rijk horen

• De Hunnen verdreven de volken

• De Germanen verdreven de volken

Wat is het gevolg van de volksverhuizingen?

• De verschillende volken komen in het West-Romeinse rijk wonen, waardoor uiteindelijk het West-Romeinse rijk valt.

• De verschillende volken komen in het West-Romeinse Rijk wonen

• Het West-Romeinse Rijk wordt sterker en bestaat nog 1000 jaar

• De nieuwe volken nemen het Romeinse Rijk over en leveren de nieuwe keizer

Wat gebeurde er in 476?

• Het Romeinse Rijk valt uiteen

• Het West-Romeinse Rijk valt

• Het Oost-Romeinse Rijk valt