Kennisbasis deel 5

Quiz
•
Biology
•
10th - 11th Grade
•
Medium
Used 4+ times
FREE Resource
20 questions
Show all answers
1.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
A1
Het organisme op de afbeelding doet aan fotosynthese, is ééncellig en bevat een celkern.
Dit organisme is een
dier
plant
bacterie
schimmel
2.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
A1
De celbouw van verschillende soorten micro-organismen wordt met elkaar vergeleken.
Welke organismen hebben een celkern?
algen en bacteriën
algen en gisten
gisten en bacteriën
algen, gisten en bacteriën
3.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
A1
Op de hoofdhuid bevinden zich allerlei micro-organismen.
Bij een onderzoek naar de oorzaak van roos worden enkele roosschilfertjes onderzocht met behulp van een microscoop. Op de schilfertjes zijn gistcellen en bacteriën te zien.
Heeft een gistcel een celwand? En heeft een gistcel een kern? Geldt dat ook voor een bacterie?
Gist heeft een celwand en een celkern. Bacterien hebben beide niet.
Gist heeft een celwand en een celkern. Bacterien hebben beide ook
Gist heeft geen celwand, wel een celkern. Bacterien hebben wel een celwand, maar geen celkern
Gist heeft wel een celwand, maar geen celkern. Bacterien hebben wel een celwand, maar geen celkern.
Gist heeft een celwand en een celkern. Bacterien hebben wel een celwand, maar geen celkern.
4.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
A1
Bij welk van onderstaande organismen bevatten de cellen geen mitochondriën?
bacteriën
schimmels
planten
dieren
5.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
B3
Twee uitspraken:
Uitspraak 1: Het hebben van een erfelijke ziekte is een voorbeeld van een fenotype
Uitspraak 2: Het fenotype is altijd hetzelfde als het genotype
Alleen uitspraak 1 is juist
Alleen uitspraak 2 is juist
Beide uitspraken zijn juist
Beide uitspraken zijn onjuist
6.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
B3
Op welk moment ontstaat het genotype van een mens?
bij de geboorte
bij de bevruchting
door invloed van milieuomstandigheden
op het moment dat het fenotype is bepaald
7.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 1 pt
B3
Van organismen die gekloond zijn kan men in het algemeen zeggen dat:
de fenotypen en de genotypen onderling altijd gelijk zijn
de fenotypen onderling altijd gelijk zijn
de genotypen onderling gelijk zijn, maar de fenotypen kunnen verschillen
de fenotypen onderling gelijk zijn, maar de genotypen onderling verschillen
Create a free account and access millions of resources
Similar Resources on Wayground
20 questions
Thema erfelijkheid en evolutie

Quiz
•
6th Grade - University
18 questions
Fotosynthese en verbranding V5 Quiz

Quiz
•
10th Grade
20 questions
Stevigheid en beweging

Quiz
•
8th - 12th Grade
15 questions
Micro-organismen en gezondheid

Quiz
•
10th - 11th Grade
24 questions
Klas 2 Erfelijkheid

Quiz
•
9th - 12th Grade
24 questions
FLO132 - Inleiding Milieu

Quiz
•
1st Grade - University
21 questions
Havo 5 Bloedsomloop

Quiz
•
10th - 11th Grade
17 questions
Stevigheid en bewegen

Quiz
•
11th Grade
Popular Resources on Wayground
11 questions
Hallway & Bathroom Expectations

Quiz
•
6th - 8th Grade
20 questions
PBIS-HGMS

Quiz
•
6th - 8th Grade
10 questions
"LAST STOP ON MARKET STREET" Vocabulary Quiz

Quiz
•
3rd Grade
19 questions
Fractions to Decimals and Decimals to Fractions

Quiz
•
6th Grade
16 questions
Logic and Venn Diagrams

Quiz
•
12th Grade
15 questions
Compare and Order Decimals

Quiz
•
4th - 5th Grade
20 questions
Simplifying Fractions

Quiz
•
6th Grade
20 questions
Multiplication facts 1-12

Quiz
•
2nd - 3rd Grade