3TL 3.5 Kringlopen

3TL 3.5 Kringlopen

1st - 10th Grade

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Kringloop in de natuur en elders (herhaling)

Kringloop in de natuur en elders (herhaling)

6th Grade

10 Qs

Thema 3 Oefenen met B1

Thema 3 Oefenen met B1

1st Grade

8 Qs

Open dag

Open dag

1st - 3rd Grade

7 Qs

3.1 invloeden en aanpassingen

3.1 invloeden en aanpassingen

3rd Grade

10 Qs

de belgische revolutie

de belgische revolutie

3rd Grade

9 Qs

Bacterien, schimmels, planten en dieren

Bacterien, schimmels, planten en dieren

9th Grade

10 Qs

Bacteriën en Schimmels

Bacteriën en Schimmels

1st Grade - Professional Development

10 Qs

Thema 1,2,3 boek 4a

Thema 1,2,3 boek 4a

9th - 11th Grade

11 Qs

3TL 3.5 Kringlopen

3TL 3.5 Kringlopen

Assessment

Quiz

Biology

1st - 10th Grade

Hard

Created by

Jessica Pellegrom

Used 12+ times

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE SELECT QUESTION

30 sec • 1 pt

In de duinen langs de Nederlandse kust bevinden zich enkele kolonies met aalscholvers. De vogels van deze kolonies voeden zich vooral met vis uit zee, zoals spiering en schol. Aalscholvers beginnen met voortplantingsgedrag in februari. Ongeveer eind maart vindt de paring plaats.

De vogels maken hun nesten in bomen. Door het steeds maar afbreken van takken en bladeren voor het nest gaan deze bomen binnen vijf jaar dood.


Naar aanleiding van de tekst worden twee uitspraken gedaan. Welke is juist?

De aalscholver is een consument.

Uit de gegevens in de tekst kan een voedselketen worden samengesteld.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

In de afbeelding is een deel van een voedselweb van de Noordzee weergegeven. De pijlen naar het schip geven aan dat er ook organismen door de mens gevangen en gegeten worden.


De Noordzee is nogal troebel. Dit wordt veroorzaakt door de grote hoeveelheden plankton. Plankton bestaat uit zeer kleine dierlijke en plantaardige organismen.


Behoort dierlijk plankton tot de producenten? En plantaardig plankton?

Alleen dierlijk plankton behoort tot de producenten.

Alleen plantaardig plankton behoort tot de producenten.

Zowel dierlijk als plantaardig plankton behoren tot de producenten.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

In de afbeelding is een kringloop weergegeven.

Pijl 1 geeft aan dat koolstofdioxide wordt opgenomen door producenten.

Bij welk proces verbruiken producenten koolstofdioxide? Welke andere stof wordt bij dit proces ook verbruikt?


Proces waarbij koolstofdioxide verbruikt wordt: ....1.....

Andere stof die bij dit proces gebruikt wordt: ....2.....

1 = fotosynthese / 2 = zuurstof

1 = verbranding / 2 = zuurstof

1 = fotosynthese / 2 = water

1 = verbranding / 2 = water

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welk van de pijlen 3 t/m 7 in de kringloop van afbeelding 12 is in de verkeerde richting getekend?

3

4

5

6

7

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Bij een onderzoek werd de totale biomassa bepaald van al het plantenmateriaal dat op een bepaalde composthoop werd gegooid. Na het composteren werd de biomassa van de ontstane compost bepaald. De biomassa vóór en ná het composteren werd vergeleken.


Is ná het composteren de totale biomassa kleiner, gelijk of groter?

Kleiner

Groter

Gelijk

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Eiwitten bevatten stikstof. Stikstof komt in de bodem voor in nitraten. Planten nemen deze minerale zouten op en gebruiken ze om eiwitten op te bouwen uit glucose. Dieren kunnen zelf geen eiwitten maken uit glucose en nemen ze op met hun voedsel. Bij de afbraak van eiwitten in dode resten ontstaan weer nitraten.

In de wortels van verschillende plantensoorten leven bacteriën in wortelknolletjes. Deze bacteriën gebruiken stikstof uit de lucht om nitraten op te bouwen.


De informatie hierboven beschrijft een stikstofkringloop. Het schema (zie afbeelding) geeft deze kringloop weer.


Op de plaatsen van de cijfers ontbreken de namen van vier groepen organismen.

Schrijf de cijfers 1, 2, 3 en 4 uit de kringloop op de juiste plaats in de tabel.

dieren = 3 / planten = 2 / rottingsbacteriën = 4 / wortelknolbacteriën = 1

dieren = 2 / planten = 3 / rottingsbacteriën = 4 / wortelknolbacteriën = 1

dieren = 3 / planten = 2 / rottingsbacteriën = 1 / wortelknolbacteriën = 4

dieren = 2 / planten = 3 / rottingsbacteriën = 1 / wortelknolbacteriën = 4

dieren = 1 / planten = 2 / rottingsbacteriën = 3 / wortelknolbacteriën = 4