Klas 2 - verschil PSV/BZV

Klas 2 - verschil PSV/BZV

1st - 5th Grade

8 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Zorgvolmacht

Zorgvolmacht

3rd Grade

10 Qs

Woordsoorten

Woordsoorten

1st - 4th Grade

11 Qs

Lezen herhaling lesstof brugklas

Lezen herhaling lesstof brugklas

1st - 2nd Grade

12 Qs

Vaccineren corona Nieuwsbegrip

Vaccineren corona Nieuwsbegrip

4th Grade

13 Qs

Samenwerken en onderhandelen (P6 K5 Hfdst2)

Samenwerken en onderhandelen (P6 K5 Hfdst2)

3rd Grade

11 Qs

Ruimte

Ruimte

3rd - 4th Grade

10 Qs

Politiek Maatschappijleer 2

Politiek Maatschappijleer 2

KG - 12th Grade

10 Qs

grammatica blok 4, v2v

grammatica blok 4, v2v

2nd - 3rd Grade

10 Qs

Klas 2 - verschil PSV/BZV

Klas 2 - verschil PSV/BZV

Assessment

Quiz

Other

1st - 5th Grade

Hard

Created by

Amanda Prijs

Used 5+ times

FREE Resource

8 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar of niet waar? In een zin kunnen meerdere persoonlijke voornaamwoorden staan.

waar

niet waar

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden in de zin 'We hebben hem bij zijn moeder opgehaald'?

we, hem

we, zijn

hem, zijn

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het exacte aantal bezittelijke voornaamwoorden in de zin 'Zijn broer heeft gister de fiets van haar meegenomen'?

0

1

2

3

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is het bezittelijke voornaamwoord in de zin 'Zijn broer heeft gister de fiets van haar meegenomen'?

zijn

broer

fiets

haar

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar of niet waar? Het woordje 'zijn' is altijd een bezittelijk voornaamwoord.

waar

niet waar, want het kan ook een werkwoord zijn

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar of niet waar? Het woordje 'jouw' kan een persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord zijn.

waar

niet waar

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Waar of niet waar? Het woordje 'jullie' kan een persoonlijk voornaamwoord en een bezittelijk voornaamwoord zijn.

waar

niet waar

8.

MULTIPLE SELECT QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke van onderstaande woordsoorten kunnen bij het woordje 'haar' genoteerd worden? Kies alle goede antwoorden.

BN

ZN

PSV

BZV