Biologie klas1 TL H6.8 zenuwstelsel

Je hersenen het ruggenmerg en alle zenuwen samen noemen we:

• het ruggenmerg

• het zenuwstelsel

• het cel lichaam

Waaruit bestaat je zenuwstelsel?

• Uit al je zenuwen

• Uit al je zenuwen en je ruggenmerg

• Uit al je zenuwen, je ruggenmerg en hersenen

• Uit al je zenuwen, je ruggenmerg, hersenen en bloedvaten

Waar vind je de cel lichamen van zenuwcellen?

• Door heel je lichaam

• In je hersenen

• Bij je ruggenmerg

• In of vlakbij het centrale zenuwstelsel

Wat is de functie van het laagje om elke uitloper in een zenuw

• Deze isoleren de uitlopers van elkaar

• Deze geven stevigheid aan de uitlopers

• Deze geven vorm aan de uitlopers

Hier en op afb.39 in je boek zie je de wervelkolom en het ruggenmerg.

Wat is de functie hier van de wervelkolom?

• Stevigheid bieden aan het ruggenmerg

• Vorm geven aan het ruggenmerg

• bescherming bieden aan het ruggenmerg

• Zorgen dat het ruggenmerg zich kan bewegen

Wat wordt er aangegeven met 1

• Cel lichaam

• Celkern

• Korte uitloper

• Lange uitloper

• isolerende laag

Wat wordt er aangegeven met 2

• Cel lichaam

• Celkern

• Korte uitloper

• Lange uitloper

• isolerende laag

Wat wordt er aangegeven met 3

• Cel lichaam

• Celkern

• Korte uitloper

• Lange uitloper

• isolerende laag

Wat wordt er aangegeven met 4

• Cel lichaam

• Celkern

• Korte uitloper

• Lange uitloper

• isolerende laag

Waar liggen schakel(zenuw)cellen?

• In zijn geheel buiten (gedeeltelijk vlakbij) het centrale zenuwstelsel

• in zijn geheel het centrale zenuw stelsel

• gedeeltelijk in en gedeeltelijk vlakbij het centrale zenuwstelsel