DUTCH, Verbum Presens 3

DUTCH, Verbum Presens 3

2nd Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Klas 1 - Chap 1 - Voc 1.1 + 1.2

Klas 1 - Chap 1 - Voc 1.1 + 1.2

1st - 2nd Grade

10 Qs

Penjodoh Bilangan

Penjodoh Bilangan

1st - 5th Grade

10 Qs

H2-H3 Woordenschat

H2-H3 Woordenschat

2nd - 10th Grade

12 Qs

Übungsprüfung Thema 2

Übungsprüfung Thema 2

2nd Grade

15 Qs

Suske en Wiske 33

Suske en Wiske 33

1st - 2nd Grade

10 Qs

Suske en Wiske 15

Suske en Wiske 15

1st - 2nd Grade

10 Qs

25 Hebben of zijn

25 Hebben of zijn

2nd Grade

10 Qs

Spelling week 1 2F

Spelling week 1 2F

1st - 10th Grade

13 Qs

DUTCH, Verbum Presens 3

DUTCH, Verbum Presens 3

Assessment

Quiz

World Languages

2nd Grade

Medium

Created by

Vini Widiniasih

Used 24+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(wonen) De ouders van Annemarie .......... in een dorp.

woonen

woont

wonen

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(blijven) Chris .......... alleen thuis.

blijvt

blijft

blijven

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(schrijven) Hij .......... eerst een brief.

schrijvt

schrijft

schrijven

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(nemen) Daarna .......... hij een boek.

nemt

neem

neemt

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(lezen) Annemarie .......... de hele middag.

lezt

leezt

leest

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(zijn) Ze .......... in de stad.

ben

is

bent

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

(geven) Ze ..........veel geld uit aan het reisgeld.

gev

geevt

geeft

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?