NL 1h - werkwoordsoorten

NL 1h - werkwoordsoorten

1st Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Herhaling woordleer

Herhaling woordleer

1st Grade

15 Qs

De verschillende dieren

De verschillende dieren

1st - 2nd Grade

15 Qs

werkwoordsvormen

werkwoordsvormen

1st Grade

10 Qs

D6L2 - Het voltooid deelwoord (onregelmatige werkwoorden)

D6L2 - Het voltooid deelwoord (onregelmatige werkwoorden)

1st Grade

12 Qs

Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

1st - 10th Grade

7 Qs

Meewerkend Voorwerp

Meewerkend Voorwerp

KG - University

10 Qs

Spelling H5 en 6

Spelling H5 en 6

1st - 10th Grade

10 Qs

Nederlands 1 zinsontleding

Nederlands 1 zinsontleding

1st Grade

10 Qs

NL 1h - werkwoordsoorten

NL 1h - werkwoordsoorten

Assessment

Quiz

World Languages

1st Grade

Medium

Created by

Inge Boer

Used 5+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Een werkwoord is...

een woord waar de, het of een voor kan.

een woord dat een handeling, actie of gebeurtenis uitdrukt.

een woord dat voor een zelfstandig naamwoord komt.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Kenmerken van de persoonsvorm (pv) zijn:

als je de zin vragend maakt, komt de pv vooraan te staan.

Als je de zin in een andere tijd zet verandert de pv.

Als je het onderwerp in de zin meervoudig of juist enkelvoudig maakt, verandert de pv.

Alle bovenstaande kenmerken zijn juist.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Kenmerken van een voltooid deelwoord:

Het heeft de functie van een hulpwerkwoord.

Het begint met ge-, be of ver-.

Het is het hele werkwoord in de zin.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Kenmerken van een infinitief :

het is het hele werkwoord in de zin (ook wel de woordenboekvorm) dat niet verandert wanneer je de zin in een andere tijd zet.

Dat is een werkwoord in de zin dat met ge-, be- of ver- begint.

Het heeft de functie van een hulpwerkwoord.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Wij gaan een ijsje kopen.

gaan = pv. kopen = infinitief.

gaan = volt. dw. kopen = pv.

gaan = infinitief. kopen = volt. dw.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Dus toen hadden we een ijsje gekocht.

hadden = pv

Toen = pv

ijsje = pv

gekocht = pv

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

45 sec • 1 pt

Het ijsje was heerlijk.

was = infinitief

was = volt. deelwoord.

was = persoonsvorm

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?

Discover more resources for World Languages