waarnemen 4.1 en 4.2

wat zijn zintuigen?

• ogen, oren mond, neus, huid en handen

• ogen, mond, oren, huid en neus

• ogen, oren, mond, huid, neus en voeten

• ogen, oren, mond, huid neus en gevoel

wat kun je met je zintuigen doen?

• informatie uit je omgeving zien

• informatie uit je omgeving horen

• informatie uit je omgeving waarnemen

• geen idee

je neemt waar doordat je iets ...

• voelt, ruikt, ziet hoort en proeft

• eet, voelt, ruikt, ziet en hoort

• voelt, ruikt, ziet, hoort, proeft en hoopt

• doet

je zintuigen nemen

• taken waar

• mensen waar

• prikkels waar

• iets op

elke zintuig is gevoelig voor

• dezelfde prikkel

• geen prikkel

• veel prikkels

• een eigen prikkel

in de zintuigen wordt van een prikkel een

• taak gemaakt

• afdruk gemaakt

• impuls gemaakt

• inpuls

een impuls vanaf je zintuig gaat door je zenuwen naar ....

• je zintuigen

• je botten

• je spieren

• je hersenen

je neemt pas waar als de impulsen

• in je hersenen zijn aangekomen

• onderweg zijn naar je hersenen

• in je ruggenmerg zijn aangekomen

• in je spieren zijn aangekomen

na een waarneming kun je ...

• nadenken

• niets doen

• uitrusten

• reageren

geluid is een ...

• zintuig

• waarneming

• prikkel

• impuls