Regeling klas 3 vmbo-K (basisstof 1 en 2)

Iets waar je zintuigen op reageren heet een ...

• Impuls
• Seintje
• Prikkel
• Zenuw

Het centrale zenuw-stelsel bestaat uit:

• Zenuwen
• Zenuwen en de hersenen
• Zenuwen en het ruggenmerg
• De hersenen en het ruggenmerg

Bewust worden gebeurt in de spieren.

• Juist
• Onjuist

Wat is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel?

• Hersenen

• Zenuwen

• Hersenstam

• Ruggenmerg

Je telefoon gaat af en je pakt met je hand de telefoon op. Wat is hier de prikkel?

• Je telefoon

• Het geluid van de telefoon

• Je hand die de telefoon oppakt.

Wat voor zenuwcel is dit?

• Gevoelszenuwcel

• Bewegingszenuwcel

• Schakelcel

Wat voor zenuwcel is dit?

• Gevoelszenuwcel

• Bewegingszenuwcel

• Schakelcel

Waar bevindt het cellichaam van de bewegingszenuwcel?

• Bij de spieren

• In het centraal zenuwstelsel

• Bij de zintuigen

Waar bevindt zich het ruggenmerg?

• In de schedel

• In de wervelkolom

• In je bekken

• In je opperarmbeen

Waar liggen de cellichamen van de schakelcellen en de bewegingscellen?

• In de grijze stof

• In de witte stof

• In de ruggenmergzenuw

• In de zenuwknoop