H1 SO taalvaardigheid (NN - 1HA)

H1 SO taalvaardigheid (NN - 1HA)

1st - 4th Grade

27 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Ome Henk

Ome Henk

1st Grade

25 Qs

2KGT Gram blok 2

2KGT Gram blok 2

2nd Grade

23 Qs

De Grote Spartacus Quiz! (door Tobi en Mels)

De Grote Spartacus Quiz! (door Tobi en Mels)

KG - Professional Development

24 Qs

HOOFDSTUK 2 DEEL 1 B2.1

HOOFDSTUK 2 DEEL 1 B2.1

2nd Grade

25 Qs

NE: Thema 1

NE: Thema 1

1st - 2nd Grade

26 Qs

Juf Amber

Juf Amber

KG - 1st Grade

22 Qs

Quiz MM 2022

Quiz MM 2022

1st - 5th Grade

23 Qs

herhaling 3mavo

herhaling 3mavo

3rd Grade

26 Qs

H1 SO taalvaardigheid (NN - 1HA)

H1 SO taalvaardigheid (NN - 1HA)

Assessment

Quiz

Fun

1st - 4th Grade

Medium

Created by

Eva Uenk

Used 1+ times

FREE Resource

27 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent aandenken?

souvenir

onderzoeken

vriendschappelijk

behandelen

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent analyseren?

souvenir

onderzoeken

vriendschappelijk

behandelen

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent amicaal?

souvenir

onderzoeken

vriendschappelijk

behandelen

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent bejegenen?

souvenir

onderzoeken

vriendschappelijk

behandelen

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is een synoniem?

Twee verschillende woorden die hetzelfde betekenen

Een woord met twee of meer verschillende betekenissen

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is op de juiste manier verdeeld in zinsdelen?

Vorig jaar / heb / ik / voor mijn vrienden een damtoernooi / georganiseerd.

Vorig jaar / heb / ik / voor mijn vrienden / een damtoernooi / georganiseerd.

Vorig jaar / heb ik / voor mijn vrienden / een damtoernooi / georganiseerd.

Vorig jaar / heb / ik voor mijn vrienden / een damtoernooi / georganiseerd.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is op de juiste manier verdeeld in zinsdelen?

Op het schoolfeest / gaf / Daan / Sophie / vorige week / een kus.

Op het schoolfeest / gaf / Daan / Sophie / vorige week een kus.

Op het schoolfeest / gaf / Daan Sophie / vorige week / een kus.

Op het schoolfeest gaf / Daan / Sophie / vorige week / een kus.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?