werkwoordspelling 2: persoonsvorm t.t.

werkwoordspelling 2: persoonsvorm t.t.

10th - 12th Grade

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Los grupos sintácticos, repaso general.

Los grupos sintácticos, repaso general.

9th - 12th Grade

15 Qs

VOCABULARY ABOUT SCHOOL

VOCABULARY ABOUT SCHOOL

9th - 12th Grade

20 Qs

Yoku Souji wo Shimasu

Yoku Souji wo Shimasu

11th Grade

10 Qs

La tortilla Española

La tortilla Española

KG - University

10 Qs

FILIPINO 2

FILIPINO 2

1st - 10th Grade

20 Qs

LE PASSÉ COMPOSÉ

LE PASSÉ COMPOSÉ

1st - 10th Grade

10 Qs

Pruebas de diagnostico - Tercero de Bachillerato

Pruebas de diagnostico - Tercero de Bachillerato

12th Grade

10 Qs

En el hotel

En el hotel

KG - 12th Grade

12 Qs

werkwoordspelling 2: persoonsvorm t.t.

werkwoordspelling 2: persoonsvorm t.t.

Assessment

Quiz

World Languages

10th - 12th Grade

Medium

Created by

Maaike Bouwkamp

Used 724+ times

FREE Resource

AI

Enhance your content in a minute

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Wat is waar over de persoonsvorm? Geef het beste antwoord.

De persoonsvorm past bij het werkwoord.

De persoonsvorm verandert als je de tijd verandert.

De persoonsvorm is bijvoorbeeld 'ik' of 'jij'.

De persoonsvorm is een soort persoon.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Wat is waar over de persoonsvorm? Geef het beste antwoord.

De persoonsvorm verandert als je het aantal van het onderwerp, verandert.

Als er meer personen zijn, is het altijd meervoud.

De persoonsvorm hoort bij personen in de enkelvoud.

Een persoonsvorm is altijd alleen.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Wat is waar over de persoonsvorm? Geef het beste antwoord.

De persoonsvorm kan alleen de tegenwoordige tijd aangeven.

De persoonsvorm is onveranderlijk.

Bij een vraagzin, verhuist een persoonsvorm naar de eerste plaats.

Een persoonsvorm zit altijd vast aan het onderwerp.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Op welke plek is gebruik gemaakt van een persoonsvorm?

Ik(1) kan(2) soms(3) dansen(4), springen(5) en zingen(6) tegelijk.

1

2

3, 4, 5, 6

2, 3, 4, 5, 6

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Op welke plek is gebruik gemaakt van een persoonsvorm?

Op maandag is(1) de winkel gesloten(2).

Alleen bij 1.

Alleen bij 2.

Bij 1 en bij 2 want het is een samengestelde zin.

In deze zin staat geen persoonsvorm want 'de winkel' is een ding, geen persoon.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de persoonsvorm goed in:

Als Bas naar huis (willen) om te (eten), dan (helpen) je hem om zijn jas (aantrekken) te (aantrekken).

wil, hielp

wilde, help, aantrekken

will, helpt

wil, help

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Vul de persoonsvorm goed in:

Koen (worden) dinsdag 15 jaar.

(Willen) jij later docent worden?

Ik (houden) veel van mijn huisdieren.

word, wilt, houdt

wordt, will, houdt

wordt, wil, houd

word, wilt, houd

Create a free account and access millions of resources

Create resources

Host any resource

Get auto-graded reports

Google

Continue with Google

Email

Continue with Email

Classlink

Continue with Classlink

Clever

Continue with Clever

or continue with

Microsoft

Microsoft

Apple

Apple

Others

Others

By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy

Already have an account?