Spelling 6A - blok 3 - les 1 tm 3

Welke zin is goed?

• De bekende ster schudt mijn hand.

• De bekende ster schud mijn hand.

• De bekende ster schut mijn hand.

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat schudt mijn hand?"

Antwoord: "De bekende ster"

De bekende ster is een 'ander'

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Welke zin is goed?

• Ik beantwoord deze brief niet.

• Ik beantwoordt deze brief niet.

• Ik beantwoort deze brief niet.

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat beantwoord deze brief niet?"

Antwoord: "Ik"

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Welke zin is goed?

• Het meisje hout de hond even vast.

• Het meisje houd de hond even vast.

• Het meisje houdt de hond even vast.

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat houdt de hond vast?"

Antwoord: "Het meisje"

Het meisje is een 'ander'

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Welke zin is goed?

• De brandweermannen redt mensen.

• De brandweermannen redden mensen.

• De brandweermannen ret mensen.

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie redden mensen?"

Antwoord: "De brandweermannen"

De brandweermannen zijn 'meer'

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Welke zin is goed?

• Ik vind dat gewoon stom!

• Ik vindt dat gewoon stom!

• Ik vint dat gewoon stom!

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat vindt dat stom?"

Antwoord: "Ik"

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

(voeden)

De varkens ___ hun jongen

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat voeden hun jongen?"

Antwoord: "De varkens"

De varkens zijn 'meer'

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

(bakken)

De kok ___ het vlees.

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat bakt het vlees?"

Antwoord: "De kok"

De kok is een 'ander'

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

(raden)

Jij ___ altijd het goede antwoord!

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat raadt altijd het goede antwoord?"

Antwoord: "Jij"

Jij is een 'ander'

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Vul de goede vorm van het werkwoord in.

(maken)

Ik ___ deze quiz heel goed!

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat maakt deze quiz heel goed?"

Antwoord: "Ik"

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord

Welk woord hoort in de zin?

Het meisje ___ over straat.

• loopt

• loop

• loopd

Answer explanation

Om een werkwoord goed te kunnen schrijven, moet je eerst op zoek naar het onderwerp. Dit doe je door te vragen: "Wie of wat...?"

"Wie of wat loopt over straat?"

Antwoord: "Het meisje"

Het meisje is een 'ander'

Ik -> ik-vorm

Ander -> ik-vorm + t

Meer -> hele werkwoord