Taal en spelling

Taal en spelling

3rd - 4th Grade

10 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

SPQR les 10

SPQR les 10

2nd - 3rd Grade

10 Qs

Bijvoeglijk naamwoord + uiterlijk

Bijvoeglijk naamwoord + uiterlijk

1st - 8th Grade

12 Qs

WWG/NWG

WWG/NWG

1st - 3rd Grade

10 Qs

Comparatief (Trappen van vergelijking)

Comparatief (Trappen van vergelijking)

3rd - 4th Grade

10 Qs

Nederlands thema 1 - familie & vrienden

Nederlands thema 1 - familie & vrienden

KG - 3rd Grade

14 Qs

Tegenstellingen

Tegenstellingen

1st - 3rd Grade

14 Qs

zweeds

zweeds

1st Grade - Professional Development

11 Qs

Taal Groep 5 Thema 3 Bevelzinnen

Taal Groep 5 Thema 3 Bevelzinnen

3rd - 6th Grade

10 Qs

Taal en spelling

Taal en spelling

Assessment

Quiz

World Languages

3rd - 4th Grade

Easy

Created by

Lena David

Used 8+ times

FREE Resource

10 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Zelfstandige naamwoorden geven een naam aan mensen, dieren, planten en dingen.

Juist

Fout

Answer explanation

Bijvoorbeeld:

kind

paard

boom

fiets

2.

MULTIPLE SELECT QUESTION

45 sec • 1 pt

Duid alle zelfstandige naamwoorden aan.

de bakker

fietsen

klein

de boom

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Welk woord verwijst naar 'de kinderen'?

De kinderen zijn ervandoor.

Die fietsen veel vlugger.

die

fietsen

veel

vlugger

Answer explanation

Soms staat een woord in de plaats van een zelfstandig naamwoord of eigennaam.

Het verwijst ernaar. Zo moeten we niet steeds herhalen

4.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

fietsen - Jan ... naar huis tegen de wind in.

5.

FILL IN THE BLANK QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

worden - Oma ... snel moe van het wandelen aan zee.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

2 mins • 1 pt

Media Image

Verdeel in zinsdelen:

De rode appel valt op het zachte gras.

De rode appel / valt op het / zachte gras.

De rode appel / valt / op het zachte gras.

De rode / appel valt / op het zachte gras.

De rode appel / valt / op het zachte / gras.

Answer explanation

Een zinsdeel bestaat uit een woord of een groepje woorden.

Zinsdelen zijn de bouwstenen van de zin. Je kunt ze van plaats verwisselen.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Welke afspraak hoort bij deze zin?

Katten kunnen lekker liggen rollen.

Ik schrijf de medeklinker dubbel.

Ik schrijf de lange klinker enkel.

Ik schrijf wat ik hoor.

Answer explanation

De kattenafspraak - Ik schrijf de medeklinker dubbel.

De apenafspraak - Ik schrijf de lange klinker enkel.

Ik schrijf wat ik hoor, maar vergeet mijn gewone afspraken niet.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?