woordsoorten oefenen

Quiz
•
World Languages
•
7th Grade - Professional Development
•
Hard
Maaike Bouwkamp
Used 11+ times
FREE Resource
13 questions
Show all answers
1.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
1 min • 5 pts
Voor een zelfstandig naamwoord (zn) kun je een lidwoord of een bijvoeglijk naamwoord zetten. Voorbeeldzin: De hond heeft een lange staart.'
De zin klopt maar de voorbeeldzin is fout.
De zin klopt en de voorbeeldzin is goed.
De zin is fout maar de voorbeeldzin klopt.
De zin is fout en de voorbeeldzin is fout.
2.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
1 min • 5 pts
Een zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord van de zin. Voorbeeldzin: In de zin 'De dierentuin is op woensdag geopend.' is 'woensdag' een zelfstandig werkwoord.
De zin klopt maar in de voorbeeldzin is het foute woord gekozen.
De zin klopt en in de voorbeeldzin is het goede woord gekozen.
De zin is fout maar in de voorbeeldzin is het goede woord gekozen.
De zin is fout en de voorbeeldzin is het foute woord gekozen.
3.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 5 pts
Die, dit, dat en 'deze', zijn aanwijsbare woorden. Voorbeeldzin: Als ik iets moet aanwijzen, vind ik dat moeilijk.
De uitleg klopt maar de voorbeeldzin is fout.
De uitleg klopt niet maar de voorbeeldzin is goed.
De uitleg klopt en de voorbeeldzin is goed.
De uitleg is fout en de voorbeeldzin is fout.
4.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 5 pts
In een zin met een voltooid deelwoord staat nooit een hulpwerkwoord. In de voorbeeldzin: ' Vorige week ben ik teruggekomen uit Aruba.' is 'ben' het hulpwerkwoord.
De uitleg is goed maar de voorbeeldzin is fout
De uitleg is goed en de voorbeeldzin is goed.
De uitleg is fout en de voorbeeldzin is goed.
De uitleg is fout en de voorbeeldzin is fout.
5.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 5 pts
Bij een voltooid deelwoord hoort een hulpwerkwoord.
Dat klopt.
Dat is fout, bij een voltooid deelwoord hoort een zelfstandig werkwoord.
Dat is fout want een voltooid deelwoord heeft niets te maken met een hulpwerkwoord.
Dat is goed want een zin is pas een goede zin als er een werkwoord in staat.
6.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 5 pts
Wat is onwaar over het bijwoord
Een bijwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord.
Er zijn bijwoorden van tijd en bijwoorden van plaats.
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord.
Een bijwoord is hetzelfde als een voegwoord.
7.
MULTIPLE CHOICE QUESTION
30 sec • 5 pts
Benoem het woord in hoofdletters. 'Alles HAD een kleur gekregen, behalve de sneeuw.
zelfstandig naamwoord
zelfstandig werkwoord
aanwijzend voornaamwoord
hulpwerkwoord
Create a free account and access millions of resources
Similar Resources on Wayground
15 questions
Hoofdvormen van het werkwoord?

Quiz
•
7th Grade
15 questions
1KLT - Herhaling 3de trimester (grammatica)

Quiz
•
7th Grade
15 questions
Grammatica

Quiz
•
4th - 8th Grade
18 questions
Werkwoordspelling Verleden Tijd

Quiz
•
7th - 12th Grade
13 questions
Herhalingsoefening zelfst. nw., bijv. nw. en ww.

Quiz
•
7th - 8th Grade
10 questions
Test woordsoorten (en wwg) 1KM

Quiz
•
6th - 8th Grade
12 questions
Argumenten en betoog

Quiz
•
12th Grade - University
15 questions
Quiz spelling, zinsopbouw en signaalwoorden

Quiz
•
12th Grade
Popular Resources on Wayground
55 questions
CHS Student Handbook 25-26

Quiz
•
9th Grade
18 questions
Writing Launch Day 1

Lesson
•
3rd Grade
10 questions
Chaffey

Quiz
•
9th - 12th Grade
15 questions
PRIDE

Quiz
•
6th - 8th Grade
40 questions
Algebra Review Topics

Quiz
•
9th - 12th Grade
22 questions
6-8 Digital Citizenship Review

Quiz
•
6th - 8th Grade
10 questions
Nouns, nouns, nouns

Quiz
•
3rd Grade
10 questions
Lab Safety Procedures and Guidelines

Interactive video
•
6th - 10th Grade