7.3.2 Specerijenkoorts in de Oost

7.3.2 Specerijenkoorts in de Oost

10th Grade

8 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

7.3.3 Koffie, suiker en mensen

7.3.3 Koffie, suiker en mensen

10th Grade

6 Qs

Ruimtevaart

Ruimtevaart

1st - 12th Grade

13 Qs

Gouden eeuw

Gouden eeuw

KG - University

10 Qs

H3.1 t/m 'Jongeren en vrouwen'

H3.1 t/m 'Jongeren en vrouwen'

KG - Professional Development

9 Qs

Begrippen 7.3.2 (GT)

Begrippen 7.3.2 (GT)

10th Grade

11 Qs

H1 P3 en 4

H1 P3 en 4

1st - 10th Grade

8 Qs

22-23 Klas 2 Thema 1

22-23 Klas 2 Thema 1

1st - 12th Grade

12 Qs

H2P4 De Griekse Goden

H2P4 De Griekse Goden

1st - 10th Grade

12 Qs

7.3.2 Specerijenkoorts in de Oost

7.3.2 Specerijenkoorts in de Oost

Assessment

Quiz

History

10th Grade

Hard

Created by

Jeroen Basten

FREE Resource

8 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste betekenis van het begrip Verenigde Oostindische Compagnie?

De VOC was een bedrijf dat zich bezighield met de verkoop van medicijnen en schoonheidsproducten

De VOC was een organisatie die zich bezighield met de productie van schepen en wapens

De VOC was een bedrijf dat zich bezighield met de productie van kaas en melkproducten

De VOC was een Nederlandse handelsonderneming die handelde in specerijen, textiel, en andere goederen.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk van de onderstaande voorbeelden uit de moderne tijd komt het meest overeen met de betekenis van het begrip Verenigde Oostindische Compagnie?

UNICEF

McDonalds

De Europese Unie

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste betekenis van het begrip handelsmonopolie?

Een bedrijf dat de enige producent is van een bepaald product of dienst

Een bedrijf of groep bedrijven die een alleenrecht heeft op een bepaald product

Een overheid die de controle heeft over de productie en verkoop van goederen en diensten

Een groep bedrijven die samenwerken om de prijzen te manipuleren

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welk van de onderstaande situaties staat een juist voorbeeld van een handelsmonopolie?

Een groep van kleine bedrijven die samenwerken om hun producten te verkopen

Een bedrijf dat als enige een bepaald product maakt of verkoopt

Een winkel die de enige winkel van een stad is

Een online winkel die als enige producten van een bepaald merk verkoopt

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste betekenis van het begrip aandeel?

Een aandeel is een soort waardepapiertje waarmee men geld leent aan een bedrijf

Een aandeel is een goedkoop alternatief voor een koophuis

Een aandeel is een deel van een bedrijf dat men kan kopen en verkopen op de beurs

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welk van de onderstaande situaties staat een juist voorbeeld van een aandeel?

Een persoon leent geld aan een bedrijf

Een persoon koopt een stuk grond

Een persoon koopt een stuk kunst

Een persoon koopt een deel van een bedrijf via de beurs

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste betekenis van het begrip handelsfactorij?

Een gebouw waar producten en goederen werden opgeslagen en verwerkt voor verkoop

Een plaats waar men zich bezighield met het regelen van internationale handel

Een kantoorgebouw waar handelsondernemingen hun administratie hadden

Een soort winkel waar handelsondernemers samenkwamen om hun producten te verkopen

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welk van de onderstaande afbeeldingen toont de betekenis van het begrip handelsfactorij?

Media Image
Media Image
Media Image
Media Image