Functiewoorden

Functiewoorden

KG

15 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

4B voorbereiding tekstbegrip

4B voorbereiding tekstbegrip

4th Grade

15 Qs

3 h/v zakelijk lezen 2.5

3 h/v zakelijk lezen 2.5

12th Grade

15 Qs

La France et le français

La France et le français

KG - 11th Grade

12 Qs

Check hoofdstuk 1 TL

Check hoofdstuk 1 TL

1st Grade

18 Qs

Lezen hst 3 NN v1 / hv 1

Lezen hst 3 NN v1 / hv 1

1st Grade

15 Qs

Check hoofdstuk 1 HV

Check hoofdstuk 1 HV

1st Grade

17 Qs

NN. Lezen H1 Onderwerp + Hoofdgedachte

NN. Lezen H1 Onderwerp + Hoofdgedachte

3rd - 4th Grade

20 Qs

Functiewoorden II

Functiewoorden II

9th Grade - Professional Development

12 Qs

Functiewoorden

Functiewoorden

Assessment

Quiz

World Languages

KG

Medium

Created by

Donavan Kloppenborg

Used 13+ times

FREE Resource

15 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is een functiewoord?

Een functiewoord is hetzelfde als een signaalwoord.

Een functiewoord is een woord dat zorgt voor structuur in een zin.

Een tekstgedeelte heeft een bepaalde functie binnen de tekst, die kun je aanduiden met een functiewoord.

Alle antwoorden zijn fout.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent dit woord?

Anekdote

De schrijver gaat in op de mening van iemand anders.

Dit gebruik je om je standpunt te bekrachtigen.

Een persoonlijke ervaring m.b.t. het onderwerp.

De schrijver legt het probleem uit.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent dit woord?

Nuancering

Meerdere kanten worden belicht waardoor het standpunt wordt afgezwakt.

De onderbouwing: met feiten aantonen dat het klopt.

Dit woord geeft bijvoorbeeld aan wat de betekenis is van alinea 1 t.o.v. alinea 2.

Dat is het argument dat wordt gebruikt om te overtuigen.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent dit woord?

Definitie

Vaststelling van een feit.

Een kort verhaaltje dat de schrijver vertelt over het onderwerp.

Je legt uit waarom een argument niet klopt.

Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent dit woord?

Tegenwerping

Je moet eerst bespreken wat de moeilijkheid is alsvorens met een oplossing te komen.

De onderbouwing: met feiten aantonen dat het klopt.

Dit woord geeft bijvoorbeeld aan wat de betekenis is van alinea 1 t.o.v. alinea 2.

Je zet jouw mening tegenover die van een ander.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent dit woord?

Vraagstelling

Dit is genoemd in de inleiding en wordt verderop in de tekst, beantwoord.

De onderbouwing: met feiten aantonen dat het klopt.

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen van de genoemde punten?

Door de uitleg wordt iets duidelijker gemaakt dat al eerder was genoemd.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat betekent dit woord?

Afweging

De schrijver geeft een korte weergave van de belanrijkste punten van een tekst.

Feiten of voorbeelden waarmee de schrijver zijn stelling probeert te bewijzen.

De schrijver heeft voor- en nadelen gegeven of voor- en tegenargumenten. Nu bepaalt hij wat belangrijk is.

De schrijver laat zien dat een argument niet klopt.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?

Discover more resources for World Languages