Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp?

Elke zondag zijn de spelersvrouwen een koffie aan het drinken.

• elke zondag

• de spelersvrouwen

• een koffie

• aan het drinken

Welk zinsdeel is de niet-werkwoordelijke uitdrukking?

Carmen is niet op haar mondje gevallen.

• Carmen

• is

• niet

• op haar mondje.

Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp?

Xavier schijnt een beroepsmilitair te zijn.

• Xavier

• een beroepsmilitair

• schijnt

• Er is geen lijdend voorwerp.

Welk zinsdeel is het naamwoordelijk deel?

Mark zal altijd het kieken van de ploeg blijven.

• Mark

• Er is geen naamwoordelijk deel.

• het kieken

• het kieken van de ploeg

Welk zinsdeel is het lijdend voorwerp?

De voetballers stampen regelmatig de ruiten van de garage van DDT in.

• de voetballers

• regelmatig

• de ruiten van de garage

• de ruiten van de garage van DDT

Welk zinsdeel is 'vaak'?

Vaak verenigen de Kampioenen zich tegen DDT als hij pesterijen uithaalt.

• onderwerp

• lijdend voorwerp

• meewerkend voorwerp

• bepaling

Welk zinsdeel is 'een schooldirectrice'?

De mama van DDT is vroeger een schooldirectrice geweest.

• onderwerp

• lijdend voorwerp

• meewerkend voorwerp

• naamwoordelijk deel

Welk zinsdeel is 'anderen'?

Anderen kunnen nog steeds lachen om de grapjes van deze ploeg.

• onderwerp

• lijdend voorwerp

• bepaling

• meewerkend voorwerp

Welk zinsdeel is ' vader'?

Voor zijn verjaardag gaf ik vader een radio cadeau.

• onderwerp

• lijdend voorwerp

• meewerkend voorwerp

• bepaling

Welk zinsdeel is 'in 1492'?

Columbus ontdekte Amerika in 1492.

• onderwerp

• infinitief

• bepaling

• naamwoordelijk deel