Vidi adspectus 4

Duid de juiste stellingEN aan.

• Bij een actief werkwoord ondergaat het onderwerp de handeling.

• Bij een passief werkwoord doet het onderwerp de handeling.

• Bij een deponent werkwoord vertaal je nooit 'worden' als hulpwerkwoord.

• Bij een passief werkwoord wordt de handelende persoon door het onderwerp uitgedrukt.

• Bij een een deponent werkwoord doet het onderwerp de handeling en kan een LV staan.

Geef de volgende werkwoordsvorm.

monere, P ind praes 2e mv

Geef de volgende werkwoordsvorm.

polliceri, D ind praes 3e enkv

Geef de volgende werkwoordsvorm.

hortari, D ind praes 1e enkv

Geef de volgende werkwoordsvorm.

tegere, A ind praes 3e mv

Geef de volgende werkwoordsvorm.

capere, P ind praes 2e enkv

Geef de volgende werkwoordsvorm.

tegere, A imp praes 2e enkv

Geef de volgende werkwoordsvorm.

capere, P inf praes

Geef de volgende werkwoordsvorm.

monere, P inf praes

Welke vorm hoort niet in het rijtje thuis?

clamare - largire - currere - mittere - ire

• clamare
• largire
• currere
• mittere
• ire