Nederlands herhaling A1-A3 grammatica

Waar staat een bijvoeglijk naamwoord in de zin?

• Voor een zelfstandig naamwoord

• Achter een zelfstandig naamwoord

• Het kan voor en achter een zelfstandig naamwoord staan

• Achter het lidwoord

Hoeveel lidwoorden bevat de volgende zin?

'Het is zonneklaar: van bitcoins weet hij wel het een en ander af.'

• 1

• 2

• 3

• 4

In de volgende zin is 'verschrikkelijk' een bijvoeglijk naamwoord:

'De file was verschrikkelijk lang'.

• Fout

• Goed

'Het geweld' is een concreet zelfstandig naamwoord.

• Goed

• Fout: het is een abstract zelfstandig naamwoord

• Fout: het is een eigen naam

Een zin kan een lijdende en een bedrijvende vorm tegelijk bevatten.

• Goed

• Fout

Wat is het belangrijkste verschil tussen een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord?

• Een hulpwerkwoord kan zelfstandig in een zin staan, een zelfstandig werkwoord niet.

• Een zelfstandig werkwoord kan zelfstandig in een zin staan, een hulpwerkwoord niet.

• Een hulpwerkwoord is ook een koppelwerkwoord.

Welk werkwoord heb je nodig om de toekomende tijd te maken?

'Het huis wordt gekocht door rijke mensen'. <-- in deze zin is 'wordt' een koppelwerkwoord.

• Goed

• Fout: het is een zelfstandig werkwoord

• Fout: het is een hulpwerkwoord

'Jij speelt met vuur!' Deze zin staat in de aantonende wijs.

• Goed

• Fout: het is de gebiedende wijs

• Fout: het is de aanvoegende wijs

'Marieke heeft de hele dag geslapen'. Geslapen is hier een onvoltooid deelwoord.

• Goed

• Fout: het is een infinitief

• Fout: het is een voltooid deelwoord

• Fout: het is de persoonsvorm