GUSTAR presente del indicativo

• Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans met behulp van het werkwoord gustar.

• Ik houd van manzanas.

• Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans met behulp van het werkwoord gustar.

• Jij houdt van la música.

• Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans met behulp van het werkwoord gustar.

• Hij houdt van los perros.

• Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans met behulp van het werkwoord gustar.

• Wij houden van el verano.

• Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans met behulp van het werkwoord gustar.

• Zij houden van la playa

• Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans met behulp van het werkwoord gustar.

• Hij houdt van los perros.

• Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord en de correcte vorm van gustar in.

• A Juan y a mí __________ (gustar) los deportes.

• Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord en de correcte vorm van gustar in.

• A María __________ (gustar) leer libros.

• Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord en de correcte vorm van gustar in.

• A nosotros __________ (gustar) las películas de acción.

• Vul het juiste persoonlijke voornaamwoord en de correcte vorm van gustar in.

• A ellos __________ (gustar) bailar salsa.