Interpunctie V4 8-11-24

Interpunctie V4 8-11-24

9th - 12th Grade

7 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Všeobecné

Všeobecné

10th Grade

10 Qs

Základní literární pojmy

Základní literární pojmy

6th - 9th Grade

12 Qs

riblje prerađevine

riblje prerađevine

10th Grade

10 Qs

Přísudek

Přísudek

8th - 9th Grade

12 Qs

Srednji vijek u književnosti - uvod

Srednji vijek u književnosti - uvod

6th - 9th Grade

10 Qs

Health and diseases

Health and diseases

6th - 12th Grade

10 Qs

Bedoeling van de zender achterhalen

Bedoeling van de zender achterhalen

1st Grade - University

10 Qs

français 1ère année secondaire

français 1ère année secondaire

10th Grade

10 Qs

Interpunctie V4 8-11-24

Interpunctie V4 8-11-24

Assessment

Quiz

Other

9th - 12th Grade

Hard

Created by

Katelijn Vooijs

FREE Resource

AI

Enhance your content

Add similar questions
Adjust reading levels
Convert to real-world scenario
Translate activity
More...

7 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE SELECT QUESTION

45 sec • 1 pt

Een komma gebruik je... (meerdere antwoorden mogelijk)

vóór een voegwoord (maar, want, omdat, etc.)

vóór 'en' (Ik heb de vaatwasser uitgeruimd, en de was opgevouwen.)

tussen twee persoonsvormen (Als je het niet zeker weet, moet je het niet doen.)

vóór een bijzin die begint met 'dat' (Hij zei, dat hij dat later zou doen.)

2.

MULTIPLE SELECT QUESTION

45 sec • 1 pt

Een dubbele punt gebruik je... (meerdere antwoorden mogelijk)

vóór een voegwoord (want, maar, omdat, etc.)

bij een directe rede (Zij riep: 'Dat is gelogen!)

bij een verduidelijking of toelichting (In één zin: deze roman is mislukt.)

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Wat is de juiste manier om een punt te schrijven in deze zin?

Hij noemde Engeland, Frankrijk, Spanje, enz..

Hij noemde Engeland, Frankrijk, Spanje, enz.

Hij noemde Engeland, Frankrijk, Spanje, enz

4.

MULTIPLE SELECT QUESTION

45 sec • 1 pt

Wanneer gebruik je een puntkomma? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

Tussen twee hoofdzinnen met een nauw verband (We hebben een mooie zomer gehad; vooral augustus was heerlijk zonnig.).

Om aan te kondigen dat er een uitleg volgt (Dat betekent; dit feest wordt een succes.).

Tussen onderdelen van een opsomming die uit zinnen bestaat (Ik vind: je moet sporten; je moet altijd vroeg opstaan en je moet je bed opmaken.).

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welke van deze voorbeelden zijn aanhalingstekens NIET correct gebruikt?

Hij zei: 'Ik weet dit heel zeker!' (bij een directe rede)

Ze moest zo nodig haar 'kunst' laten zien. (ironisch gebruikt)

Ik dacht: 'nou, dat valt best mee.' (bij het weergeven van een gedachte)

De plannen waren, in de woorden van de journalist, 'stompzinnig'. (bij het citeren van één of enkele woorden)

6.

MULTIPLE SELECT QUESTION

45 sec • 1 pt

In welke gevallen gebruik je een uitroepteken? (meerdere antwoorden mogelijk)

Na een uitroep (Jakkes!)

Na een bevel (Maak dat je wegkomt!)

Na een korte zin die veel gevoel uitdrukt (Had ik maar beter opgelet!)

Na een ander uitroepteken (Ik heb zo veel zin in de excursie!!)

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Welke zin is juist?

'Ik weet het zeker', zei ze vol overtuiging.

'Ik weet het zeker,' zei ze vol overtuiging.

'Ik weet het zeker'. zei ze vol overtuiging.