Spelling, vwo 3, alle stof

Spelling, vwo 3, alle stof

3rd - 5th Grade

20 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Fictie

Fictie

1st - 3rd Grade

17 Qs

Marktvormen en marktfalen (P6 K3 Hfdst1+2)

Marktvormen en marktfalen (P6 K3 Hfdst1+2)

4th - 5th Grade

22 Qs

Nederlands klas 4M H3 woordenschat en taalverzorging

Nederlands klas 4M H3 woordenschat en taalverzorging

1st - 10th Grade

18 Qs

Moduleboek 1

Moduleboek 1

1st - 10th Grade

17 Qs

Afkortingen en symbolen (spelling - H4 - 3vwo)

Afkortingen en symbolen (spelling - H4 - 3vwo)

4th Grade

15 Qs

Paragraaf 2 Politiek + Partijen

Paragraaf 2 Politiek + Partijen

3rd Grade

20 Qs

Spelling STAAL groep 6 blok 7

Spelling STAAL groep 6 blok 7

4th Grade

15 Qs

Leenwoorden: Wat past bij de gekleurde woorden?

Leenwoorden: Wat past bij de gekleurde woorden?

3rd Grade

15 Qs

Spelling, vwo 3, alle stof

Spelling, vwo 3, alle stof

Assessment

Quiz

Other

3rd - 5th Grade

Medium

Created by

Gerjanne Palm

Used 13+ times

FREE Resource

20 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De ....(1) wil een .... (2) invoeren. ....(3) ....(4) zijn het hiermee eens, .... (5) niet. Weer .... (6) hebben een alternatief plan bedacht.

Kies de juiste spelling van het woord bij 1.

gemeentenraad

gemeenteraad

gemeenten raad

gemeente raad

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De ....(1) wil een .... (2) invoeren. ....(3) ....(4) zijn het hiermee eens, .... (5) niet. Weer .... (6) hebben een alternatief plan bedacht.

Kies de juiste spelling van het woord bij 2.

tuin tegel taks

tuintegel taks

tuintegeltaks

tuin tegeltaks

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De ....(1) wil een .... (2) invoeren. ....(3) ....(4) zijn het hiermee eens, .... (5) niet. Weer .... (6) hebben een alternatief plan bedacht.

Kies de juiste spelling van de woorden bij 3 en 4.

Enkele raadleden

Enkele raadsleden

Enkelen raadleden

Enkelen raadsleden

Enkele raad leden

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De ....(1) wil een .... (2) invoeren. ....(3) ....(4) zijn het hiermee eens, .... (5) niet. Weer .... (6) hebben een alternatief plan bedacht.

Kies de juiste spelling van het woord bij 5.

andere

anderen

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

De ....(1) wil een .... (2) invoeren. ....(3) ....(4) zijn het hiermee eens, .... (5) niet. Weer .... (6) hebben een alternatief plan bedacht.

Kies de juiste spelling van het woord bij 6.

andere

anderen

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welke zin in het gebruik van hoofdletters en interpunctie juist?

'Kom binnen!' riep ze, 'dan schenk ik iets lekkers in.'

'Kom binnen', riep ze, 'dan schenk ik iets lekkers in.'

'Kom binnen!', riep ze. 'Dan schenk ik iets lekkers in.'

'Kom binnen!' riep ze. 'Dan schenk ik iets lekkers in.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

In welke zin in het gebruik van hoofdletters en interpunctie juist?

Hij zei: 'Ik ga naar huis.'

Hij zei: 'Ik ga naar huis'.

Hij zei: 'ik ga naar huis.'

Hij zei: 'ik ga naar huis'.

Create a free account and access millions of resources

Create resources
Host any resource
Get auto-graded reports
or continue with
Microsoft
Apple
Others
By signing up, you agree to our Terms of Service & Privacy Policy
Already have an account?