Een leerling doet een practicum waarbij zij een CV-ketel onderzoekt. Een CV-ketel warmt m.b.v. aardgas een ketel water op voor algemeen gebruik in het huis.
De leerling gebruikt het verbranden van aardgas om 1 L water op te warmen. De soortelijke warmte van water is 4,2 J/g∙°C.
Bereken hoeveel warmte-energie er nodig is om het water van kamertemperatuur (20 °C) op te warmen tot 60 °C.