Duits, SO, 15 maart

Vertaal: das Gehalt

• het dak

• het huis

• het salaris

• het werk

Vertaal:

Die Kunden freuen sich

• De mensen zijn teleurgesteld

• De mensen zijn blij

• De klanten zijn teleurgesteld

• De klanten zijn blij

Vertaal:

die Berufsschule

• het vmbo

• het mbo

• het hbo

• de basisschool

Vertaal: die Familienfeier

• het familievuur

• het gezinsvuur

• het familiefeest

• het gezinsfeest

Vertaal: Ich bin Leos Cousine

• Ik ben Leo's broer

• Ik ben Leo's zus

• Ik ben Leo's neef

• Ik ben Leo's nicht

Vertaal: In Ordnung

• In orde

• De volgorde

• De regel

• De regeling

Vertaal:

Meine Kollegen sind nett und hilfsbereit

• Mijn collega's zijn mooi en behulpzaam

• Mijn collega's zijn aardig en niet bereid tot helpen

• Mijn collega's zijn aardig en behulpzaam

• Mijn collega's zijn netjes en onbehulpzaam

Vertaal: Wir gehen manchmal aus

• We gaan meestal niet uit

• We gaan meestal uit

• We gaan soms niet uit

• We gaan soms uit

Vertaal: von Montag bis Mittwoch

• van maandag tot en met donderdag

• van maandag tot donderdag

• van maandag tot en met woensdag

• van maandag tot woensdag

Vertaal: Ich nehme sie wieder an

• Ik neem ze weer in

• Ik neem ze niet weer in

• Ik neem het materiaal aan

• Ik neem het materiaal niet aan