Werkwoordspelling tegenwoordige tijd groep 6

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(vinden) De man .... het hondje lief

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(slapen) De katten ... in het mandje.

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(houden) ..... jij van chocola?

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(rijden) Ik ... altijd op de fiets.

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(vallen) De vaas ... op de grond.

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(bereiden) De kok... altijd heerlijk eten.

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(fluiten) Het meisje ... naar het hondje in het park.

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(vertellen) ... jij wel de waarheid?

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(eten) Jij .... graag frietjes.

Schrijf werkwoord in de tegenwoordige tijd.

(worden) Je ..... graag verrast.