Woorden van de week onderbouw

Woorden van de week onderbouw

1st Grade

9 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

2F Spelling december week 2

2F Spelling december week 2

KG - Professional Development

10 Qs

Leefregels en de Klas

Leefregels en de Klas

1st - 3rd Grade

10 Qs

Techniek periode 1

Techniek periode 1

1st - 2nd Grade

10 Qs

Talent 1.5 1kgt

Talent 1.5 1kgt

1st Grade

12 Qs

Economie 3.3

Economie 3.3

1st - 3rd Grade

11 Qs

les 56 formulieren invullen

les 56 formulieren invullen

1st - 12th Grade

10 Qs

2F Spelling februari - week 1

2F Spelling februari - week 1

KG - University

10 Qs

Leesvaardigheid

Leesvaardigheid

1st - 3rd Grade

13 Qs

Woorden van de week onderbouw

Woorden van de week onderbouw

Assessment

Quiz

Other

1st Grade

Hard

Created by

Chantal Kaspori

FREE Resource

9 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

aanduiden

verdragen

duidelijk maken

vinden

indrukken

Answer explanation

Zijn verhaal duidt wel aan dat hij bang is geweest.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

relativeren

Zaken in de juiste proportie zien.

Het betrekkelijke van situaties zien.

Iets belangrijks vergeten.

Een goede relatie met iemand hebben.

Je iets aantrekken.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Streven

De voor- of achterkant van een schip.

Het willen bereiken van een doel.

Een idee

Strijken

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

vaardigheid

Een handeling

Je kennis op een bepaald gebied.

Vaarbewijs

Iets waar je handig of behendig in bent

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

citeren

Hardop uitspreken.

Geduldig zijn.

Het letterlijk overnemen van een tekst.

Iets in eigen woorden navertellen.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Wat wil je liever: groen worden als je jaloers bent, of alles door een roze bril zien?

Dit is een....

dictaat

dilemma

citaat

conclusie

Answer explanation

Een dilemma is een (onmogelijke) keuze.

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Het belangrijkste krijgt voorrang, heeft dus....

kwaliteit

activiteit

actualiteit

prioriteit

8.

MULTIPLE SELECT QUESTION

45 sec • 1 pt

Toegankelijk

bereikbaar

bereid toegang te geven

gesloten

toenemend

9.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

't kofschip is ...

een spiekbriefje

een roeiboot

een ezelsbruggetje

Een spellingregel