Theorie les en leiding P1

Waar staat de formule E = K x A voor.

• Effectiviteit = Kwaliteit x acceptatie

• Effectiviteit = Kwaliteit x activiteiten

• Eindresultaat = Kwaliteit x acceptatie

• Eindresultaat = Kwantiteit x acceptatie

Noem 3 randvoorwaarden bij de beginsituatie?

• Beschikbare tijd, Beschikbare ruimte, Beschikbare materialen

• Beschikbare tijd, Beschikbare deelnemers, Beschikbare materialen

• Beschikbare doelstellingen, Beschikbare deelnemers, Beschikbare gegevens

• Beschikbare doelstellingen, Beschikbare deelnemers, Beschikbare materialen

Bij motorisch gedrag gaat het meestal om?

• Denken

• Voelen

• Doen

Welke richtlijnen van succesvol presenteren hoort bij de voorbereiding?

• Je taalgebruik en stemgebruik.

• de verbale communicatie, de non-verbale communicatie, de voorbereiding

• Het doel, je lichaamshouding en je stemgebruik

• De doelgroep, het doel en de afstemming.

Wat betekent het begrip doelstellingen?

• Het uitgevoerde gedrag dat bereikt is door de groep

• Een omschrijving van het gedrag dat je wilt veranderen van een groep en of individu

• Een concreet geformuleerde doelstelling via de BWOM

• De doelen die aan het eind van de les gehaald moeten worden

Een groep waarbinnen het niveau hetzelfde is noemen we een?

• Homogene groep

• Heterogene groep

• Biogene groep

• Niveau groep

Een sportleider formuleert als doelstelling: “De SB-deelnemers kunnen een bovenhandse service vanaf de baseline slaan.” Een concreet geformuleerde doelstelling moet aan vier criteria voldoen. Op welk criterium heeft ‘bovenhandse service’ betrekking?

• De voorwaarden of omstandigheden

• De minimum prestatie

• De bewegingsvorm

• Het waarneembaar eindgedrag

Waarvan is 'Zwaai over de sloot met haaien' een voorbeeld?

• Het is een voorbeeld van dat de taal aansluit bij de belevingswereld.

• Het is een voorbeeld van dat de informatie te kort is

• Het is een voorbeeld van dat de informatie algemeen moet zijn.

• Het is een voorbeeld van eenvoudige lichaamstaal

Gegevens over de beginsituatie kun je op verschillende manieren verkrijgen. Waarvan maak je gebruik als je een test gebruikt om de beginsituatie vast te stellen?

• vragen stellen

• observeren

• interviewen

• specifieke middelen

Welk van de antwoorden hoort niet bij "doelen over bewegingseigenschappen''?

• 
  lopen

• kracht

• snelheid

• lenigheid