Nederlands in actie H2

Nederlands in actie H2

10th Grade

8 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

Tekstbegrip Op Niveau

Tekstbegrip Op Niveau

KG - University

10 Qs

Schrijfvaardigheid

Schrijfvaardigheid

6th - 12th Grade

9 Qs

Halloween herhaling D1 + D2

Halloween herhaling D1 + D2

9th - 12th Grade

12 Qs

Struikelblokken van onze taal

Struikelblokken van onze taal

9th - 12th Grade

11 Qs

Water: wat ken je?

Water: wat ken je?

1st Grade - University

6 Qs

Deelonderwerpen

Deelonderwerpen

KG - University

8 Qs

Ben je milieuvriendelijk?

Ben je milieuvriendelijk?

9th - 12th Grade

10 Qs

woordsoorten oefenen

woordsoorten oefenen

7th Grade - Professional Development

13 Qs

Nederlands in actie H2

Nederlands in actie H2

Assessment

Quiz

World Languages

10th Grade

Hard

Created by

Rita Niland

FREE Resource

8 questions

Show all answers

1.

DRAG AND DROP QUESTION

1 min • 2 pts

Media Image

Ik ben ... ​ (a)   fietsvakantie ...​ (b)   Zweden geweest. Zweden trekt 20 % ​ (c)   ... alle toeristen in Noord-Europa.

op
in
van
naar
bij
voor

2.

DRAG AND DROP QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Madurodam is meer iets ​ (a)   ... buitenlanders. Vooral ​ (b)   ... Duitsers is het populair.

voor
van
onder
in

3.

DRAG AND DROP QUESTION

1 min • 2 pts

Media Image

Ik zou graag een kamer ​ (a)   ... uitzicht ​ (b)   ... water kiezen.

met
in
op
van

4.

DRAG AND DROP QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

Zou ik ​ (a)   ... een creditcard mogen betalen? Kunt u even ​ (b)   .... mijn koffer letten?

met
van
op
bij

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welk werkwoord hoort bij de bestemming?

stemmen

bestemmen

bestemen

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 2 pts

Media Image

Welk zelfstandig naamwoord hoort bij stimuleren?

de stimuleer

de stimulans

het stimulansen

7.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 1 pt

Media Image

Welk werkwoord hoort bij de ervaring?

ervaringen

ervaren

ervaaren

8.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

30 sec • 2 pts

Media Image

Welk werkwoord hoort bij compleet (maken)?

completen

complementen

complementeren