Pensioenfinanciering

Pensioenfinanciering

11th - 12th Grade

6 Qs

quiz-placeholder

Similar activities

De rechtsstaat

De rechtsstaat

12th Grade

10 Qs

Monetair Beleid

Monetair Beleid

11th - 12th Grade

5 Qs

Vragen over Etiketten

Vragen over Etiketten

9th - 12th Grade

10 Qs

Voedselproductie en het milieu Quiz

Voedselproductie en het milieu Quiz

9th - 12th Grade

10 Qs

Minimumprijzen

Minimumprijzen

11th - 12th Grade

6 Qs

Nash Evenwicht

Nash Evenwicht

11th - 12th Grade

5 Qs

Categoriale Inkomensverdeling

Categoriale Inkomensverdeling

11th - 12th Grade

5 Qs

Belastingprincipes

Belastingprincipes

11th - 12th Grade

5 Qs

Pensioenfinanciering

Pensioenfinanciering

Assessment

Quiz

Other

11th - 12th Grade

Medium

Created by

M Nicolai

Used 15+ times

FREE Resource

6 questions

Show all answers

1.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over AOW en pensioen.

I. De hoogte van de AOW-uitkering is afgeleid van het minimumloon.

II. Iedere Nederlander ontvangt een pensioen.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

2.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over AOW en pensioen.

I. Doordat er meer pensioengerechtigden komen de uitkeringen van de bedrijfspensioenen in gevaar.

II. Door de vergrijzing komt de financiering van de AOW in gevaar.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

3.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over de financiering van de AOW en de pensioenen.

I. De AOW wordt gefinancierd met het omslagstelsel, daarbij kunnen demografische ontwikkelingen voor problemen zorgen.

II. Pensioenen worden gefinancierd met het kapitaaldekkingsstelsel, daarbij kunnen rendementsontwikkelingen voor problemen zorgen.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

4.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee stellingen over AOW-uitkeringen, pensioenpremies en privé-vermogen.

I. Door de introductie van de Algemene Ouderdomswet (AOW) zijn werknemers minder privé-vermogen gaan opbouwen.

II. Als pensioenfondsen voor langere tijd onder de minimale dekkingsgraad zitten zullen in de pensioenuitkeringen in de toekomst waarschijnlijk dalen.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

5.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Twee beweringen over waardevast/welvaartsvast.

I. Een waardevaste uitkering zorgt voor koopkrachtbehoud.

II. Een welvaartsvaste uitkering stijgt altijd harder dan een waardevaste uitkering.

Welke bewering(en) is/zijn juist?

Beide beweringen zijn juist.

Bewering I is juist, bewering II is onjuist.

Bewering II is juist, bewering I is onjuist.

Beide beweringen zijn onjuist.

6.

MULTIPLE CHOICE QUESTION

1 min • 1 pt

Media Image

De effecten van vergrijzing zijn ook te zien op de arbeidsmarkt. Welke van de onderstaande ontwikkelingen is het gevolg van vergrijzing?

De p/a-ratio neemt af.

De arbeidsparticipatiegraad daalt.

De beroepsgeschikte bevolking krimpt.

De beroepsbevolking stijgt.