Test H2_H3

Welk spaarmotief wordt hieronder beschreven?
Je spaart omdat je een buffertje wilt hebben voor als het tegen zit.

• Sparen voor een doel

• Sparen uit voorzorg

• Sparen voor rente

• Sparen voor de toekomst

Welke van de volgende stellingen is/zijn juist?
1. De rente op spaargeld is hoger dan de rente voor een lening.
2. Bij een spaardeposito krijg je een hogere rente dan bij een vrije spaarrekening.

• Stelling 1 is juist; stelling 2 onjuist

• Beide stellingen zijn juist.

• Beide stellingen zijn onjuist.

• Stelling 1 is onjuist;

  Stelling 2 juist

Op 1 januari 2022 heb je € 2000 op een spaarrekening gezet. Je ontvangt hierover 3% enkelvoudige rente. Hoeveel geld staat er op de spaarrekening op 31 december 2025

• € 2180

• € 2240

• € 2166,67

• € 2133,33

Aan aandeelhouders wordt een deel van de winst uitgekeerd. Dat heet

Teken een grafiek van een annuiteitenhypotheek. Markeer duidelijk het rentedeel (rood) en het aflossingsdeel (blauw).

Je leent een bedrag van € 2000. Dit betaal je in 18 maandelijkse termijnen van € 125 terug. Bereken je kredietkosten

• € 4250

• € 2250

• € 250

• € 450

Je leent een bedrag van € 2000. Dit betaal je in 18 maandelijkse termijnen van € 125 terug. Bereken de kredietkosten in procenten.

• 12,5%

• 125%

• 8%

• 18%

Het bedrag dat je kunt lenen is NIET afhankelijk van...

• Je verdiencapaciteit.

• Eventuele andere leningen

• Je gezinssituatie.

• De hoogte van de rente

Je buurman heeft een nieuw huis gekocht. Hij heeft een lineaire hypotheek voor € 350.000 met een rentepercentage van 3,4%. Wat is de maandelijkse aflossing?

• € 11.666,67

• € 972,22

• € 674,58

• € 10.452,31

• € 854,38

Je buurman heeft een nieuw huis gekocht. Hij heeft een lineaire hypotheek voor € 350.000 met een rentepercentage van 3,4%. De maandelijkse aflossing is dan € 972,22. Hoeveel rente betaal je in de eerste maand?

• € 33,06

• € 11.900

• € 991,67

• € 3.305,55

• € 854,38